Een ademhalingstrainingsapparaat is een revalidatiehulpmiddel voor het verbeteren van de longcapaciteit en het bevorderen van de ademhalings- en bloedsomlooprevalidatie.
De structuur is heel eenvoudig en ook de gebruiksaanwijzing is heel eenvoudig. Laten we samen leren hoe we het ademhalingsoefenapparaat kunnen gebruiken.
Het ademhalingstrainingsapparaat bestaat doorgaans uit een slang en een instrumentbehuizing. De slang kan op elk gewenst moment worden geïnstalleerd. Ter voorbereiding op de training pakt u de slang vast en sluit u deze aan op de connector aan de buitenkant van het instrument. Sluit vervolgens het andere uiteinde van de slang aan op het mondstuk.
Na de verbinding zullen we zien dat er een pijlindicatie op de behuizing van het apparaat zit, en dat het apparaat verticaal en stabiel kan worden geplaatst, dat op de tafel kan worden geplaatst of met de hand kan worden vastgehouden, en de hap aan het andere uiteinde van de pijp kan met de mond worden vastgehouden.
Bij normale ademhaling zien we tijdens de diepe uitademing van de beet dat de vlotter op het instrument langzaam omhoog komt. De vlotter is afhankelijk van het uitgeademde gas om de vlotter zoveel mogelijk omhoog te houden.

Laat na het uitademen de mond los en begin met inademen. Nadat je de ademhaling in balans hebt gehouden, begin je opnieuw volgens de stappen in het derde deel en herhaal je de training continu. De trainingstijd kan geleidelijk worden opgevoerd van kort naar lang.
In de praktijk moeten we stap voor stap te werk gaan en het geleidelijk uitvoeren, afhankelijk van ons eigen kunnen. Voordat we het gebruiken, moeten we de instructies van experts volgen.
Alleen bij langdurige oefeningen kunnen we het effect zien. Door regelmatig te oefenen kunnen we de longfunctie verbeteren en de werking van de ademhalingsspieren versterken.
Plaatsingstijd: 22 juni 2021